De gebeurtenissen rond Jezus’ leven vanaf de Boodschap van de Engel aan Maria tot de terugkeer naar Nazareth, worden overgeplaatst naar het Vlaanderen uit het begin van deze eeuw. Timmermans houdt zich aan de feiten uit het evangelie, maar aangevuld met zijn eigen beleving. Hij voelt zich als een ooggetuige die zijn stemmingen en fantasie zintuiglijk vertaalt naar de lezer toe. Deze laatste ziet en hoort Jezus bij monde van de auteur. Daarbij heeft Timmermans vooral oog voor de zuiver menselijke kant van het verhaal.